Vaccineren

Waarom uw huisdier vaccineren?
Door middel van vaccinatie kunt u voorkomen dat uw huisdier bepaalde besmettelijke aandoeningen oploopt of ziekteverschijnselen na besmetting verminderen. Vaccins bevatten verzwakte of dode ziektekiemen of onderdelen van ziektekiemen. In reactie op het vaccin maakt het lichaam van uw huisdier afweerstoffen aan. Wanneer uw huisdier in aanraking komt met de echte ziekteverwekker bieden deze afweerstoffen  bescherming en kan het immuunsysteem meteen in actie komen.

Jonge dieren krijgen afweerstoffen mee van de moeder via de placenta en moedermelk. Maar na de geboorte verdwijnen deze afweerstoffen langzaam uit het lichaam, bij het ene jonge dier wat sneller dan bij het  andere. Daarom is het belangrijk  op jonge leeftijd te beginnen met vaccineren en daarna de vaccinaties regelmatig te herhalen om een goede weerstand tegen deze ziekten op te bouwen en te behouden.

Vaccinaties hond
Vaccinatie  tegen parvo, hondenziekte, besmettelijke leverziekte en de Ziekte van Weil is voor elke hond belangrijk. Deze aandoeningen zijn zeer besmettelijk, de ziekteverwekkers kunnen lange tijd in de omgeving overleven en worden niet alleen via direct hond-hond contact, maar ook via materialen, kleding, schoenzolen of handen worden overgedragen. Vaccinatie tegen rabiës is noodzakelijk voor honden die mee naar het buitenland gaan. Vaccinatie tegen besmettelijke hondenhoest is noodzakelijk als honden naar een kennel gaan of op een andere manier veel in aanraking komen met andere honden, denk hierbij ook aan shows, hondencursussen en uitlaatveldjes.

Pups worden op 6 weken leeftijd in het nest gevaccineerd, daarna wordt een passend vaccinatieschema aangehouden.  De parvo, hondenziekte, leverziekte en Ziekte van Weil vaccinatie wordt gecombineerd in één injectie en wordt de grote cocktail genoemd. De vaccinatie tegen de Ziekte van Weil alleen wordt de kleine cocktail genoemd. De vaccinatie tegen de kennelhoest gaat niet per injectie, het vaccinvloeistof wordt in de neus of mond gedruppeld en moet daar contact maken met het slijmvlies.

Vaccinaties kat
Vaccinatie tegen katten- en niesziekte is belangrijk voor elke kat. De vaccinaties tegen een aantal andere aandoeningen (bijvoorbeeld tegen rabiës of  bordetella) hoeven alleen in bepaalde gevallen gegeven te worden, bijvoorbeeld bij bezoek aan het buitenland of een pension.

De virussen die katten- en niesziekte veroorzaken kunnen ook overgebracht worden via indirect contact. Zo kunnen ze bijvoorbeeld via kleding, handen of onder de schoenzolen mee het huis in genomen worden. Daarom adviseren wij ook binnenkatten te vaccineren!

Kittens kunnen vanaf een leeftijd van 9 weken gevaccineerd worden, daarna wordt een passend vaccinatieschema aangehouden.

Ziekte informatie
Het parvovirus geeft bij honden bloederige diarree en heeft in de meeste de gevallen een dodelijke afloop. Het wordt uitgescheiden en overgedragen naar andere honden via de ontlasting, maar kan ook worden overgedragen via kleding of handen. Het parvovirus kan maanden tot jaren in de omgeving overleven

Hondenziekte (ook wel ziekte van Carré of Distemper genoemd) wordt veroorzaakt door een virus dat de luchtwegen en het maagdarmkanaal aantast, soms ook het zenuwstelsel, de huid en ogen. Het wordt overgebracht door direct of indirect contact met neusuitvloeiing,  ontlasting en urine en kan dus ook via kleding of handen worden overgebracht. Honden kunnen tot 4 maanden na besmetting nog virus uitscheiden.

Besmettelijke leverziekte (ook wel virale hepatitis of HCC; hepatitis contagiosumcanis genoemd)  dankt zijn naam aan de leverontsteking die het veroorzaakt. De verschijnselen variëren van  koorts, bloedingen, braken, diarree, geelzucht, ontstoken ogen tot acute sterfte. De ziekte wordt uitgescheiden en overgedragen via urine, ontlasting en speeksel van besmette honden of vossen. Dieren kunnen het virus nog tot 6 maanden uitscheiden en het virus is erg resistent tegen desinfecterende middelen.

De Ziekte van Weil wordt ook wel leptospirose genoemd. Honden die besmet zijn ontwikkelen lever- en nierfalen. Het is een zoönose, dat betekent dat mensen de ziekte ook kunnen krijgen door besmetting van huisdieren. De ziekte verspreidt zich via direct contact met ratten en muizen of via de urine en ontlasting  van ratten en muizen. Het innemen van besmet water of aflikken van oppervlakten  kan al voor besmetting zorgen.

Besmettelijke hondenhoest, ook wel kennelhoest genoemd, is een voorste luchtweginfectie die door verschillende verwekkers wordt veroorzaakt (parainfluenza, bordetella en adenovirus type 2). De klachten varieren van een snotneus tot veelvuldig hoesten en kokhalzen. De aandoening is zeer besmettelijk, stress speelt mogelijk ook een rol in de verspreiding. Bordetella kan bij katten niesziekte veroorzaken.

Kattenziekte wordt veroorzaakt door het felinepanleukopenievirus en geeft ernstige maag/darmklachten zoals diarree. Het wordt uitgescheiden en overgedragen naar andere katten via de ontlasting.

Niesziekte wordt veroorzaakt door een herpesvirus en een calicivirus, maar ook bacteriën kunnen een rol spelen. Katten kunnen deze virussen nog lange tijd na ziekte bij zich dragen en uitscheiden, met name op momenten van lage weerstand. De virussen worden uitgescheiden en overgedragen naar andere katten via tranen, speeksel en neusuitvloeiing.

Rabiës wordt veroorzaakt door een lissavirus dat wordt overgebracht via het speeksel  van besmette dieren (d.m.v. bijten bijvoorbeeld). Veel diersoorten kunnen besmet raken (hond, kat, vos, vleermuis), maar ook de mens kan deze aandoening krijgen. In Nederland komt het virus niet voor, behalve in vleermuizen. In andere EU landen wel, daarom bent u verplicht uw huisdier minimaal 3 weken voor vertrek te vaccineren als u buiten Nederland reist.